Leiderschap in transitie: je verlies kunnen nemen

24 oktober 2025 | Column

Ronald Heifetz, wetenschapper, auteur en broer van de beroemde violist, stelt dat we in transities adaptief leiderschap nodig hebben. Toen ik zijn artikel las, realiseerde ik me dat die term eigenlijk niet goed te vertalen is. De adaptiviteit die hij omschrijft gaat om meer dan aanpassen; het gaat ook om omgaan met complexiteit, je plek innemen naar de toekomst. En om je verlies te leren nemen. Dit lijkt een goed moment voor dat laatste.

Transitie van tijdperk

Dat we volop in een tijdperk van transities zitten, moge duidelijk zijn. Volgens hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans is het zelfs nog ingrijpender: volgens hem zitten we in een transitie van tijdperk. Hoe dan ook vragen tijden als deze om leiders die vooruit durven denken en durven doen wat goed is voor de langere termijn. Oók wanneer hun achterban nog niet zover is.

Leiders hebben autoriteit, omdat ze die krijgen van anderen, van hun volgers. Vaak gebeurt dat vanuit het idee dat je als leider goed voor die anderen zorgt. Je beschermt en behartigt hun belangen. Maar soms zien mensen niet meteen wat goed voor hen is, of voor de organisatie. Wanneer je dan niet durft door te pakken, kom je al snel terecht in wat we een autoriteitsklem noemen.

In de politiek zien we dat al lange tijd gebeuren. Politiek leiders bekommeren zich meer om hun positie en polls, en daarmee om hun eigen belang, dan om het daadwerkelijke belang van hun achterban. Laat staan om het landsbelang. Ze zeggen zaken toe waarvan ze weten dat ze die niet kunnen waarmaken en een duidelijke visie ontbreekt.

Zelfbepalende mindset

Leiders in tijden van transitie hebben baat bij wat ontwikkelingspsycholoog Robert Kegan een ‘zelfbepalende mindset’ noemt: dat betekent dat je je niet laat leiden door verwachtingen uit je omgeving. Dat betekent ook dat je bereid moet zijn te verdragen dat je even wat minder populair bent bij je achterban. Een autonoom leider legt ook voor de lange termijn verantwoording af.

Wanneer je blijft hechten aan oude patronen en de goedkeuring van anderen, vindt er weinig of geen echte verandering plaats. Zo houden we middelmatige en ongezonde systemen in stand. Leiders lijken bang te zijn voor het moment dat ze de veiligheid van de status quo moeten loslaten. Het verlies dat bij verandering hoort, die twintig procent die we zo graag óók willen vasthouden, is soms lastig te verdragen. We willen het nieuwe én het oude. We willen veranderen zonder er wat voor te hoeven doen of laten. Een adaptief leider blijft niet hangen in niets willen verliezen en in de autoriteitsklem, maar neemt de rouw en durft vanuit een zelfbepalende mindset daadwerkelijke verandering door te voeren.

Natuurlijk geldt het bovenstaande niet alleen voor leiders, het geldt voor iedereen. Hoe is dat voor jou? Waar heb jij het afgelopen jaar je verlies genomen, zodat je daarna een nieuwe weg in kon slaan? Neem je wel eens de tijd om voor jezelf te bepalen waar je staat?

En wees niet bang: loslaten van het vertrouwde betekent niet dat je huis en haard moet verlaten; het loslaten gaat over bepaalde vaste overtuigingen en gewoonten. Ook dat vergt moed. Het vergt moed om autonoom te zijn: niet one of the boys/girls, maar een zelfbepalend mens. Ik gun ons land dat wij, leiders en volgers, hier eens wat vaker op reflecteren. Deze tijd vraagt erom.

Literatuur

Heyfetz, R. ea. (2009). The Theory Behind the Practice; A Brief Introduction to the Adaptive Leadership Framework
Kegan, R. (1994). In Over Our Heads: The Mental Demands of Modern Life. Harvard University Press.