Aardig zijn

7 april 2021

“Laten we gewoon weer eens wat aardiger zijn voor elkaar.” Die verzuchting hoorde ik de afgelopen periode in twee van de drie directieteams die ik momenteel begeleid. Begrijpelijk. De lockdown maakt onze lontjes korter.

De tegeltjeswijsheid ‘Wees hard op de inhoud, maar zacht op de relatie’ wordt in de dagelijkse praktijk van veel organisaties nogal eens omgekeerd, merk ik. Waar het debat inhoudelijk zou moeten zijn, wordt het persoonlijk gemaakt: we zijn meer op de man gaan spelen en minder op de bal.

‘Den Haag’ vormt daar wellicht het duidelijkste voorbeeld van: de relletjes, de brandjes, het grove taalgebruik dat zich niet langer beperkt tot social media, maar geleidelijk ook de Tweede Kamer in lijkt te sijpelen. Natuurlijk worden er fouten gemaakt, maar de reacties daarop zijn van een felheid en een niveau dat je je gaat afvragen: wat is hier nou werkelijk aan de hand?

Spanning

Die vraag kan ik niet met zekerheid beantwoorden, maar ik kan er wel naar gissen. Om te beginnen zullen de kortere lontjes waar velen van ons af en toe last van hebben, zeker een rol spelen. Onze prikkelbaarheid is op zich heel begrijpelijk. Er gebeurt nogal wat, op het moment. We werken nog altijd thuis. Daar worden we minder gezien, maar voelen we nog altijd de druk om het goed te doen. Dat doet wat met je.

Maar niet alleen corona heeft ons het afgelopen jaar in een onzekere en stressvolle situatie geplaatst, er spelen verschillende crises op diverse terreinen. We realiseren ons dat we middenin een transitiefase zitten en dat levert spanning op. Kritiek op anderen kan een bliksemafleider zijn voor eigen onzekerheden. Het is tenslotte veel gemakkelijker om de vermeende fouten in andermans gedrag of keuzes te benoemen, dan om je eigen aandeel onder de loep te nemen.

Verborgen verlangen

Nog een tandje dieper zit bovendien vaak een diep gevoeld, vaak verborgen verlangen. Noem het een restant uit onze kindertijd: ergens rekenen en hopen we erop dat ‘een ander’ onze problemen voor ons oplost en er altijd voor ons is. Terwijl we tegelijkertijd best weten dat dat niet realistisch is. Sterker nog: we voelen aan dat anderen datzelfde op hun beurt min of meer van ons verwachten: dat wij het schip fier en zonder falen door de storm loodsen. En ook dat kan niet.

Het helpt ons wanneer we beide leren verdragen: de ‘imperfectie’ van de ander én van onszelf. Niemand is in staat om alles te kunnen en alles goed te doen. Hoe graag we dat ook zouden willen.
Zeker nu we zo aanhoudend en nadrukkelijk geconfronteerd worden met wat allemaal niet kan en niet klopt en niet lekker loopt, helpt het ons ook wanneer we een houding aan weten te nemen van dankbaarheid. Oog ontwikkelen voor wat er wél is. Gewoon: aardig zijn.

Balans vinden

Ik wil hier niet pleiten voor een zoetsappige samenleving waarin iedereen alles oké vindt. Met constructieve kritiek kunnen we elkaar juist verder helpen. Maar dat is van een heel andere orde dan je laten meeslepen door je ongenoegen en het niet kunnen verdragen van wat niet is zoals je zou willen. Ook hierin is het weer een kwestie van balans vinden.

Er staat nog veel te gebeuren in deze transitietijd. We kunnen ervoor kiezen om ons in ons eigen ‘gelijk’ terug te trekken en de ander van ons af te duwen. Zo komen we uiteindelijk steeds meer geïsoleerd te staan. Of we maken de keuze voor wat meer compassie. Met elkaar én met onszelf. De vraag welke keuze prettiger zou voelen, is niet lastig te beantwoorden.

Geef jezelf een cadeautje

Ter inspiratie, voor wie zichzelf of een ander een klein cadeautje wil geven of een hart onder de riem wil steken, raad ik aan om dit kleine boekje te kopen: Congratulations By The Way van de Amerikaanse schrijver George Saunders. Waarom zou je dat willen? Dat verklap ik liever niet; het is leuker om daar zelf achter te komen. En o ja, je koopt het boekje natuurlijk bij je plaatselijke boekhandel. Wel zo aardig.